top of page

MIJLPALEN IN DE GESCHIEDENIS VAN CONGO

Van de oorsprong tot de Congo Vrijstaat

Het gebied dat nu bekend staat als de Democratische Republiek Congo is al minstens 200.000 jaar bewoond, volgens inkervingen in stenen op de sites van Mulundwa (Katanga), Katanda en Senga (Kivu). Archeologische resten van homo sapiens (botten, harpoensperen, kwartzgereedschap) zijn ontdekt in Ishango in het Virunga National Park en zijn tussen 25.000 en 20.000 jaar oud. Bantu-volkeren uit een gebied tussen Oost-Nigeria en de Grasvelden van Kameroen kwamen er zich al in 2600 voor Christus vestigen.

 

Grote koninkrijken (Luba, Lunda, Kongo) werden gevormd tussen de eerste eeuwen na Christus en voor de 15e eeuw, toen de eerste Portugezen tot de Atlantische kust aankwamen. Maar veel bevolkingsgroepen leefden toen in stammen, als kleine min of meer zelfvoorzienende  vorstendommen. Vanaf dat moment zijn deze koninkrijken uiteengevallen onder de druk van de slavenhandel en door nieuwe machtsverhoudingen die tot kolonisatie zouden leiden. De Portugese jezuïeten hebben de koningen en volkeren van de Kongo gekerstend; maïs en cassava-gewassen, geïmporteerd uit Amerika, verspreiden zich en in de 16e eeuw wordt de eerste Europese kaart van de regio in opdracht van Portugal door de Venetiaanse ontdekkingsreiziger Alvise Cadamosto getekend.

 

Tussen 1874 en 1877 drong Henry Morton Stanley, een Britse ontdekkingsreiziger, door tot Equatoriaal Afrika, dat tot dan 'terra incognita' was voor Europeanen. Op zijn kano voer hij de Congostroom af, de belangrijkste doorvoerroute, en bracht hij het gebied in kaart. Tussen 1879 en 1884 maakte de ontdekkingsreiziger een tweede reis over de Congo, maar deze keer stroomopwaards. Zijn opdracht bestond erin om posten te stichten voor de African International Association (AIA), die werd voorgezeten door koning Leopold II. De vereniging stelt dat zij een wetenschappelijk en filantropisch doel nastreeft: het in kaart brengen van de regio en de strijd tegen de slavernij voortzetten, met name door het terugkopen van slaven van Afro-swahili kooplieden om ze te bevrijden.  Het sluit ook verdragen af met de gebruikelijke stamhoofden die het ontmoet.

In 1884-1885, tijdens de Conferentie van Berlijn, verleenden de grote Europese mogendheden een formele erkenning aan de Internationale Vereniging van Congo (de opvolger van de AIA). Daardoor  verwierf haar Voorzitter, Koning Leopold II, de facto het gezag over dit door Stanley uitgehouwen en in de Westerse wereld nog grotendeels onontgonnen gebied. Met internationale instemming van de toenmalige machthebbers werd de "Congo Vrijstaat" (1885), de persoonlijke eigendom van de Koning.

 

De Congo Vrijstaat (1885-1908)

Het is een uniek verhaal van al die Belgen die, samen met de Congolezen, Congo als Staat uit het niets hebben gecreëerd en dit immense land, tachtig keer België, hebben ontwikkeld!

Het begon allemaal met Leopold II, de soevereine koning van de Congo Vrijstaat, een buitengewone persoonlijkheid die zijn ‘stichtende vader’ is, zoals de Congolezen zelf graag erkennen. Net als in de andere koloniale mogendheden heeft hij zich toegelegd op de ontwikkeling van zijn natuurlijke hulpbronnen. In tegenstelling tot de andere koloniale mogendheden wilde hij echter van meet af aan een humanitaire dimensie aan zijn interventie toevoegen door een einde te maken aan de stammenoorlogen en de invallen van de slavenhandelaren die het land van zijn levende krachten beroofden.

Onder zijn impuls werden ook de eerste scholen en ziekenhuizen opgericht en werden programma's gelanceerd om gele koorts, slaapziekte en malaria uit te roeien. Tegelijkertijd vestigde hij geleidelijk aan de rechtsstaat met een onafhankelijke rechterlijke macht. Hij besteedde bijzondere aandacht aan de infrastructuur die essentieel is voor de economische ontwikkeling van het land en bouwde de eerste spoorlijn die toegang geeft tot de Atlantische kust, zonder dewelke "Congo geen cent waard was".

Tijdens de periode van de Congo Vrijstaat (CVS) hebben ongecontroleerde agenten, in de overtuiging dat ze veilig waren voor vervolging wanneer ze geïsoleerd waren, ver weg waren en 'resultaten opleverden', zich schuldig gemaakt aan misbruiken en zelfs gruwelijke misdaden tegen de inheemse bevolking. Toen deze misdaden werden gedocumenteerd, nam Leopold II in 1904 het initiatief om een onafhankelijke internationale onderzoekscommissie op te richten om ter plaatse de waarheid van de beschuldigingen van misbruik tegen het regime te verifiëren en alle aanbevelingen te doen om verdere misbruiken te voorkomen, tekortkomingen te verhelpen en het lot en de rechten van de inheemse bevolking te verbeteren. De onderzoekscommissie heeft in detail onmiskenbare tekortkomingen en misbruiken aan de kaak gesteld. Desondanks erkent ze eveneens in bijzonder lovende woorden, wat er allemaal verwezenlijkt is, en wel als volgt; "Wanneer men in Congo reist, en men de oude staat, die men kent uit de verslagen en beschrijvingen van de ontdekkingsreizigers, vergelijkt met de huidige staat, ontstaat een indruk van bewondering en verwondering... Vandaag de dag heerst de veiligheid overal in dit immense gebied... Men vraagt zich af door welke magische kracht of welke sterke wil, én heldhaftige inspanningen, het mogelijk is geweest om in een paar jaar tijd dit gebied zodanig om te vormen..." 

 Ondanks de harde conclusies van dit rapport heeft Leopold II niet geaarzeld om het - in extenso - te laten publiceren in het Journal Officiel de l'Etat Indépendant du Congo. Hij zorgde ervoor dat de verantwoordelijken van misdaden werden vervolgd en nam aansluitend een reeks radicale maatregelen, waarbij hij maar liefst 24 decreten uitvaardigde. De resultaten lieten niet lang op zich wachten en stonden in verhouding tot de genomen maatregelen: sancties, intensivering van de controlemaatregelen en versterking van de rechten van de Congolese bevolking.  Aangezien de Congolese bevolking geacht werd bescherming nodig te hebben en ten volle deel te nemen aan haar ontwikkeling, werden alle teksten van de decreten doordrongen door die wens, en alle hervormingen waren daarop gericht.

 

Om het bovenstaande te illustreren hebben we deze smakelijke brief, die in 1907 door opperhoofd Manangame van Avakubi aan een officier van de Openbare Macht werd gericht en waarin hij hem het volgende schrijft: "Toen de Arabieren hier heersten, namen ze onze vrouwen en kinderen mee en verkochten ze als slaven. Ze hebben het land meedogenloos geplunderd en dorpen in brand gestoken. De blanke man verbrandt nooit dorpen en als we met kippen en bananen naar hem toe gaan, betaalt hij ons altijd voor alles. Hij betaalt ook goed voor Mupira (rubber). De blanke man heeft de slavenhandel geëlimineerd. Maar wij zwarte mannen willen toch nog dat de blanken weggaan, omdat ze ons dwingen de wegen in goede staat te houden en we geen oorlog meer kunnen voeren tegen onze buren en we de gevangenen niet eens meer mogen opeten, want als we ze opeten, worden we opgehangen...".

De hevige controverses, zowel nationaal als internationaal, omtrent de praktijken in de Congo Vrijstaat zoals ze in het rapport van de onderzoekscommissie openhartig onthuld werden, zijn  echter blijven aanhouden ondanks een aangepaste wetgeving die meer de Congolese rechten behartigde. En die hebben Koning Leopold II overgehaald om zijn Staat aan België af te staan. De Vorst verzocht de Belgische regering op 13 december 1906 om de Kamer van Volksvertegenwoordigers een Conventie voor te leggen om de Congo Vrijstaat aan België over te dragen. Het duurde tot 20 augustus 1908 voor de Kamer de wet aannam die de overdracht van de Congo Vrijstaat aan België bezegelt, en dit na lange en woelige debatten, met 83 stemmen tegen 54 en 9 onthoudingen. De Senaat keurde op haar beurt de wet goed met 63 stemmen voor en 24 tegen bij 11 onthoudingen De Congo Vrijstaat werd op 15 november 1908 Belgisch Congo.

 

Belgisch Congo (1908-1960)

Dankzij de intensieve en doeltreffende inzet van de Belgen en de Congolezen vanaf het moment dat België Congo in 1908 overnam tot aan de onafhankelijkheid op 30 juni 1960, heeft Belgisch Congo een spectaculaire welvaartsgroei gekend voor het welzijn van de inheemse bevolking. De “Pax Belgica” is gehandhaafd dankzij een zeer licht veiligheidssysteem dat gebaseerd is op een consensus met de Congolese notabelen en de vooruitgang van een gedeelde welvaart in reële ontwikkeling, bijna volledig gratis onderwijs op basisniveau, wijdverspreid secundair niveau en oprichting van twee universiteiten, volledig kosteloze medische zorg tot in de meest afgelegen delen van het land, de ontwikkeling van de landbouw met de introductie van nieuwe gewassen, de industriële ontginning van mijnbouwproducten, een positieve handelsbalans, monetaire stabiliteit, enz. Het zijn allemaal redenen om trots te zijn op wat de samenwerking tussen Belgen en Congolezen mogelijk heeft gemaakt om in zo'n korte tijd te bereiken, met een optimale en duurzame investering in mensen en middelen!

En dit alles werd bereikt dankzij de dagelijkse inspanningen van al diegenen die er zich fysisch en geestelijk aan hebben gewijd, ondanks de ernstige economische crisis van de jaren dertig en de twee wereldoorlogen die deze periode kenmerkten. We zijn er trots op dat de twee allereerste overwinningen van de geallieerden tijdens deze conflicten werden behaald door de dappere officieren en soldaten van de Belgische Congolese overheid, in Tabora (Tanganyika) in 1916 en in Saio (Abyssinia) in 1941.     

De zeer sterke internationale antikolonialistische druk meteen na de tweede wereldoorlog, aangewakkerd door de conferenties van Bandoeng en Accra, en de gecombineerde invloeden van de twee toenmalige rivaliserende grootmachten uit de Koude Oorlog, de VS en de USSR, oefende een ontegensprekelijke invloed op de landen onder koloniaal bewind.

Het koloniaal bewind voorzag slechts een zeer geleidelijke overdracht van verantwoordelijkheden en soevereiniteit aan het Congolese volk. (Zie het ‘Plan Van Bilsen’ van 1955 dat de politieke ontvoogding van Belgisch Congo voorzag over een termijn van 30 jaar).

Maar de nieuwe Congolese leiders, verkozen op grootse beloften, hunkerend naar onmiddellijke onafhankelijkheid ondanks een notoir gebrek aan voorbereiding, wilden net als hun collega’s elders in Afrika onverwijld soevereiniteit over hun land verkrijgen. Deze sterke eis heeft een zware last gelegd op de controversiële manier waarop het lot van Congo tijdens de rondetafelconferentie in Brussel in 1959 werd bepaald.  

 

De in juni 1960 toegekende onafhankelijkheid stelde België en Congo in staat om een guerilla oorlog te vermijden die voor alle partijen alleen maar rampzalig had kunnen zijn, zoals de historische gevallen van Nederland in Indonesië, Frankrijk in Indochina en Algerije, het Verenigd Koninkrijk in Kenia, en Portugal in Angola en Mozambique dat bewijzen. 

Ondanks de strubbelingen van de periode na de onafhankelijkheid vormen de blijvende aanwezigheid van Belgen die vandaag de dag nog steeds in Congo werken en de heilzame aanwezigheid van een dynamische Congolese diaspora in België een bron van hoop.

Of het nu in Congo deze missionarissen zijn die er tegen alle verwachtingen in voor hebben gekozen om daar te blijven, of deze leraren, artsen, agronomen, adviseurs, technici in openbare of particuliere bedrijven, of soldaten die belast zijn met de opleiding van een elitebataljon binnen de FARDC, of als medewerkers van succesvolle NGO's die zich echt bekommeren om de verbetering van de levensomstandigheden van de inwoners van dit prachtige land.

Dan wel hier, het de nieuwe Belgen en Congolezen uit de diaspora in België zijn, die hun kennis en dynamiek in vrijwel alle sectoren van onze samenleving hebben gebracht, ze helpen de banden die ons al zoveel jaren, Belgen en Congolezen, hebben verenigd, levendig te houden!

André de Maere d’Aertrycke, Territoriaal Beheerder in Belgisch Congo

 

De Demokratische Republiek van Congo (1960-…)

Belangrijke data's sinds de onafhankelijkheid

1960

Op 30 juni wordt Belgisch Congo onafhankelijk. De macht wordt gedeeld door Joseph Kasa-Vubu, president, en Patrice Lumumba, premier.

Op 5 juli breekt er in Thysstad (thans Mbanza Ngungu) een muiterij uit onder de Congolese troepen van de door België geleide ‘Force Publique’.

Op de 11 juli scheidt de rijke mijnprovincie Katanga (zuidoost) zich af, onder leiding van Moïse Tschombé, met de steun van de koloniale mogendheden en de Verenigde Staten. De Kasai breekt ook met de centrale regering van Lumumba.

Het land zakt snel weg in chaos, waardoor de onvoorbereidheid van de Congolese elites en de tekortkomingen van Lumumba op klaarlichte dag zichtbaar worden.

 

1961

De onrustige periode die volgt wordt gekentekend door de komst van VN Blauwhelmen en de moord op Lumumba op 17 januari.

 

1963

Tshombe stelt een einde aan de afscheiding, brengt Katanga weer onder het gezag van de centrale regering, en wordt een jaar later premier van Kasavubu.

 

1964-1965

Een grote communistisch geïnspireerde opstand ("Simba") laait op in het land, die vooral gericht is tegen alle opgeleide Congolezen, of kaders in leidinggevende functies, wat resulteerde in honderdduizenden onschuldige slachtoffers onder de Congolese burgerbevolking. Wanneer deze opstand ook buitenlanders aanvalt, lanceren Belgische troepen, met de steun van Amerikaanse en Britse troepen en op verzoek van Tshombe de Operatie Dragon en springen ze op Stanleystad en Paulis, waarbij ze 1.500 Westerse gijzelaars bevrijden.

 

Op 24 november brengt legerbevelhebber Joseph-Désiré Mobutu, president Kasa-Vubu ten val en neemt de macht over.

1970

Op 28 oktober 1970 werd Mobutu door middel van een openbare verkiezing tot president van de Republiek gekozen voor een periode van 7 jaar: nadat hij zelf slechts één kandidaat had toegelaten, moest de kiezer openlijk kiezen voor ofwel een groen stembiljet = ja, ofwel een rood stembiljet = neen.  De uitslag is in overeenstemming met de procedure: de verkiezingen zijn gewonnen met 99,999% van de stemmen: er zijn slechts 157 rode stemmen geregistreerd, die allemaal afkomstig zijn van het stembureau van...Lovanium.

 

1971

Mobutu herdoopt het land ‘Republiek Zaïre’ en neemt de naam Mobutu Sese Seko aan. Hij vertrouwt op zijn staatspartij, de Mouvement populaire de la Révolution (MPR). De dictator zet een systeem van onderdrukking en corruptie op voor zijn eigen bestwil.

 

1973

Mobutu zet de  "Zairianisering" in, een beleid bedoeld om buitenlandse economische actoren te verdrijven en Zaïrezen in hun plaats te benoemen, mits een theoretische financiële compensatie.

Bovenop deze catastrofale nationalizering wordt vanaf 1973 het land ook nog getroffen door een acute economische crisis, veroorzaakt door dalende koperprijzen en stijgende olieprijzen. Corruptie is wijdverbreid en de inflatie galoppeert terwijl Mobutu veel bedrijven in zijn eigen naam of in naam van zijn familie onteigent. Het land produceert nog grote hoeveelheden koffie voor de export, maar dekt niet zijn voedselbehoeften. Mobutu importeert granen en vlees uit Zuid-Afrika en Rhodesië in plaats van de landbouw van het land te moderniseren, die gezien het klimaat gemakkelijk in zijn behoeften zou kunnen blijven voorzien. In de jaren tachtig valt de Congolese economie dan ook in een zware recessie met een zwak BBP en een sterke bevolkingsgroei.

 

In 1981 verstrekt het IMF Zaïre een lening van 1,2 miljard dollar om de "herstelfase" van de economie te vergemakkelijken. De regering ontslaat 35.000 ambtenaren, meer dan 30 overheidsbedrijven worden geprivatiseerd. In september 1983 wordt de munt met 99,5% gedevalueerd. Begin jaren tachtig sterft één op de twee kinderen voor zijn vijfde levensjaar. Het gemiddelde maandloon voor een arbeider bedraagt dan iets meer dan $10, terwijl een zak cassava van 45 kg $52 kost. Als gevolg daarvan stijgt het aandeel van de zelfvoorzienende landbouw aanzienlijk naar 20% van het BBP in 1979, tegen 12% in 1976.

 

1976

LHet Ebolavirus, dat bloedingskoorts veroorzaakt, wordt voor het eerst geïdentificeerd in Zaïre. Sindsdien heeft het land tien Ebola-epidemieën gekend, waarvan de laatste, die in 2020 overwonnen wordt,  al bijna 300 mensenlevens geëist.

 

1977-1978

Mobutu probeert opnieuw contact te maken met buitenlandse bedrijven en slaagt erin om met buitenlandse hulp pogingen van rebelse ‘ Katangese Tijgers’  tot afscheiding van Katanga, omgedoopt tot Shaba, in te dammen. In Kolwezi evacueren Franse en Belgische parachutisten vreemdelingen.

 

1991

In Kinshasa breken rellen uit die werden uitgelokt door lang onbetaalde soldaten. Het Mobutu-regime wordt steeds kwetsbaarder. Pogingen om het regime te liberaliseren lossen de economische crisis niet op. Het land is niet langer in staat om zijn schuld af te lossen. De openbare diensten en het BBP storten in en de stijgende inflatie (+9769% in 1994) ruïneert de koopkracht. Op 21 september plunderen onbetaalde soldaten winkels in Kinshasa en andere steden. Op 25 september evacueren Belgische en Franse militairen de buitenlanders.

 

1993

Nieuwe plunderingsscènes van 28 tot 30 januari, veel gewelddadiger in Kinshasa met een tol  van ongeveer duizend doden, waaronder de Franse ambassadeur. België schort zijn ontwikkelinggsamenwerking op. Mobutu heeft zijn land, dat 30 jaar eerder nog tot de top 30 van de wereld behoorde, naar de afgrond geleid.

 

1994

In juli maakt de overwinning in buurland Rwanda van de RPF-rebellen, met een Tutsi-meerderheid, een einde aan de genocide. Meer dan een miljoen Rwandese Hutu's zoeken hun toevlucht in Zaïre.

 

1997

Op 17 mei roept AFDL-leider Laurent-Désiré Kabila zichzelf uit tot staatshoofd, na acht maanden van opstand in het Oosten, gesteund door Rwanda en Oeganda. Hij herdoopt het land Democratische Republiek Congo.

 

1998

In augustus breekt President L D Kabila met diegenen die hem hadden geholpen de macht te grijpen (Rwanda en Oeganda). Een nieuw conflict in de Kivu’s  ontaardt in een regionaal conflict, waarbij de Congolese regeringstroepen, gesteund door Angola, Namibië en Zimbabwe, het opnemen tegen de door Rwanda en Oeganda gesteunde opstanden. De oorlog zal doorgaan tot 2003.

 

2001

Op 26 januari volgt Joseph Kabila zijn vermoorde vader op. Hij werd in 2006 tot president verkozen bij de eerste vrije verkiezingen sinds de onafhankelijkheid met 58% van de stemmen (42% voor Jean-Pierre Bemba), waarna hij in 2011 herkozen wordt bij verkiezingen die werden gekenmerkt door massaal geweld en fraude.

 

2012

In mei begint in Kivu de opstand van de M23 Beweging , die voornamelijk bestaat uit voormalige Congolese Tutsi-rebellen. Deze opstand wordt eind 2013 verslagen.

 

2016

In september ondergaat de Kasai (centrum) geweld na de moord op het traditionele opperhoofd Kamwina Nsapu  door de Congolese veiligheidstroepen.

31 december: op grond van een politiek akkoord ( ‘ Accord de l’ OUA’) onder alle politieke krachten mag Kabila aanblijven tot de verkiezingen die voor eind 2017 zijn gepland, maar de verkiezingen worden uitgesteld tot eind 2018. Verschillende demonstraties die zijn vertrek eisen worden zwaar onderdrukt. Zijn laatste ambtstermijn wordt gekenmerkt door een verarming van de bevolking, een verloedering  van de staatsdiensten en een corrupt winstbejag voor zijn familieleden.

 

2018

Op 5 oktober ontvangt de Congolese gynaecoloog Denis Mukwege, die vrouwen, slachtoffers van conflicten in Kivu,  "repareert", de Nobelprijs voor de Vrede.

 

2019

Na een opiniepeiling waarvan de gedetailleerde resultaten nooit door de kiescommissie CENI zijn gepubliceerd, maar waarvan de uitgelekte gegevens een grote overwinning voor de kandidaat Martin Fayulu laten zien, roept het Constitutionele Hof Felix Tshisekedi Tshilombo uit tot winnaar van de presidentsverkiezingen en wordt hij op 24 januari ingehuldigd. Een alliantie op basis van een geheime overeenkomst met de uittredende president, wiens partij een grote meerderheid van de zetels krijgt toegewezen door de kiescommissie, bevestigd door het Constitutionele Hof, vormt de basis van de huidige wetgevende macht. 

 

De nieuwe president gaat snel aan de slag om zijn land weer op een goed spoor te krijgen met de steun van internationale partners, waaronder België, waarmee hij sterke vriendschappelijke banden heeft gesmeed, en dat hij zijn "tweede vaderland” noemt.

bottom of page